Sprongservice bij Jeugd-C wedstrijden

ingevoerd op 10-9-2006

Gepubliceerd:

Aan: Regio sectoren competitie

via regiokantoor (e-mail)

Nieuwegein, 10 september 2006
Kenmerk: Onderwerp:
IC/0468/06/cr Sprongservice bij Jeugd-C wedstrijden

Geacht bestuur,
Op verzoek van “Productontwikkeling Jeugdvolleybal” heeft het sectorbestuur competitie besloten de sprongservice bij Jeugd-C wedstrijden wel toe te staan, ingaand de competitie en de kampioenschappen 2006-2007.
Toelichting van “Productontwikkeling Jeugdvolleybal”
- In het Circulatie-minivolleybal (CMV) krijgen kinderen van 6-12 jaar, verdeeld over 6 niveaus, alle volleybaltechnieken niveau voor niveau aangeleerd. Een van de laatste technieken die de spelers aangeleerd krijgen zijn de smash en de bovenhandse opslag. Wanneer de spelers deze technieken beheersen zijn een aantal spelers toe aan het aanleren van de sprongopslag. Omdat de filosofie van het CMV is dat je spelers geen technieken moet onthouden wanneer ze eraan toe zijn, komt het voor dat de sprongopslag uitgevoerd wordt. Het is een beetje scheef wanneer spelers op niveau 6 van het CMV de sprongopslag aangeleerd krijgen, toepassen in de wedstrijd en dat deze spelers de sprongopslag bij de C-jeugd niet mogen gebruiken. Om dit gelijk te trekken zou het beter zijn om ook voor de C-jeugd de sprongopslag toe te staan.
- Op niveau 6 van het CMV en bij de C-jeugd geldt de regel dat een speler maximaal 3 keer achter elkaar mag opslaan. Na drie gescoorde opslagen komt de volgende speler aan de opslag. Het is onmogelijk dat 1 speler middels de sprongopslag een hele set uit kan serveren.
- De lengte van het veld heeft geen invloed op het wel of niet toestaan van de sprongopslag.
Aan de spelregelcommissie wordt verzocht het commentaar bij regel 1.2.4.3 terzake te wijzigen met vermelding als nieuwsbericht op de NeVoBo-site.
Namens bestuur sector competitie,

Dick Duurkoop
Internationale Zaken & Topcompetities

c.c. Sectorbestuur competitie
 P. Scheffer
 S. van Leeuwen
 W. Nijland
 J. Richter